- bedrieger
- bedrieger, bedriegal{{/term}}1 cheat ⇒ fraud, 〈iemand die zich voor een ander uitgeeft〉 impostor, 〈oplichter〉 swindler♦voorbeelden:1 hij is een geboren bedrieger • he's a born cheatde bedrieger bedrogen • the cheat hoist with his own petard
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.